een hoorapparaat op jonge leeftijd? doorbreek het taboe

De meeste adviezen raden aan om rond ons 65ste aan een gehooronderzoek beginnen te denken. Al wacht je daar eigenlijk beter niet zo lang mee. Tussen de eerste symptomen van verminderde hoorkwaliteit en de afspraak bij een hoorcentrum zit gemiddeld drie jaar, wat wijst op het taboe dat nog steeds op gehoorproblemen rust. Daar waar een bril de normaalste zaak ter wereld is, lijkt gehoorondersteuning eerder iets voor senioren. Toch is Peter Remerie erg blij dat hij uiteindelijk de stap naar een hoorapparaat zette.

Wat waren de symptomen bij jou?

 ‘Ik wist van kindsbeen af dat ik erfelijk belast ben met een slecht gehoor. Mijn linkeroor is altijd mijn ‘slechte kant’ geweest en dat is er door de jaren heen niet op gebeterd. Dat merkte ik zelf al snel, maar het heeft lang geduurd voor ik bij een hoorcentrum binnenstapte. Tot ik iemand leerde kennen die in een hoorcentrum werkt, eigenlijk. Samen met de aanmoedigingen van mijn vrouw en kinderen zorgde dat ervoor dat ik eindelijk de stap durfde zetten.’ 

Waaraan merkte je dat je gehoor slechter werd?

‘Ik functioneerde steeds minder goed in grote gezelschappen. Dat werd na verloop van tijd zo erg dat ik die avondjes onder vrienden zelfs ging mijden. Ik verzon dan een smoes, terwijl ik op zich wel zin had om die mensen te zien. Maar ik wist gewoon dat ik het gesprek amper zou kunnen volgen zodra we met meer dan zes waren. Op mijn werk kon ik de schade nog beperken. Ik geef les in de kleuterklas en het kwam me dus goed uit dat ik de kindjes kon leren dat ze stil moeten zijn als de leerkracht of een van de klasgenootjes aan het woord is (glimlacht). Ik werk ook als dj en kinderanimator, in die jobs werd ik wel steeds onzekerder. Ik heb me vaak afgevraagd of de muziek niet te luid stond voor mensen die wel goed horen en ook mijn werk als kinderanimator werd erg bemoeilijkt door mijn verminderde gehoor.’

Hoe lang draag je inmiddels een hoorapparaat?

‘Ik ben nu 59, dus zo’n vijftien jaar intussen. Als ik vroeger had geweten dat het verschil zo groot zou zijn, had ik niet tot mijn vierenveertigste gewacht om een hoorapparaat te kopen. Want het is echt wel dag en nacht verschil. De reden dat ik het niet aandurfde was de schaamte enerzijds en de hoge kostprijs anderzijds. Op jonge leeftijd een hoorapparaat dragen, daar rust echt nog een taboe op. Zelfs nu laat ik mijn haar bij mijn oren altijd net lang genoeg zodat mijn hoorapparaten erdoor bedekt worden. Inmiddels draag ik twee hoortoestellen, en ik ben recent overgeschakeld naar een nieuw model. Dat bestaat uit een apparaat dat het geluid opvangt aan mijn slecht werkende linkeroor en doorstuurt naar het hoorapparaat aan mijn rechteroor. Zo hoef ik mijn hoofd niet steeds naar de mensen te draaien. Dat is immers wat ik vroeger altijd deed en wat mijn vrienden ook al was opgevallen.’

Hoe reageerde jouw omgeving?

‘Mijn vrouw en kinderen zijn dolblij voor mij en merken ook hoe groot het verschil is. Ik durf gerust te zeggen dat ik een ander mens ben sinds ik mijn hoorapparaten draag. Ik haalde al aan dat ik steeds moeilijker in grote gezelschappen functioneerde, maar ook simpele dingen zoals de deurbel of de telefoon horen, kon ik op den duur niet meer. Dat klinkt misschien banaal, maar ik voelde me als dertiger behoorlijk lullig als ik weer eens een pakjeslevering had gemist, omdat ik de deurbel niet had gehoord. Mijn vrienden vertelden me achteraf dat ze wel in de gaten hadden dat er wat scheelde. De weinige keren dat we dan in groep afspraken, lieten ze me kiezen waar ik wou zitten, zodat ik me strategisch kon opstellen.’

Zijn er ook nadelen verbonden aan het feit dat je nu beter hoort?

‘Mijn kinderen zullen zeggen van wel. Als ze nu iets achter mijn rug vertellen, terwijl ik in de keuken sta bijvoorbeeld, dan hoor ik het. Terwijl ze vroeger ongestoord over mij konden roddelen (grijnst). Ik voel me nu veel beter in mijn vel en ben inmiddels zo gehecht aan mijn hoorapparaten dat ik niet meer weet hoe ik het zonder zou moeten doen. Al ben ik soms blij dat ik mijn hoorapparaten ’s nachts naast me kan leggen. Als het hard waait of fel regent, word ik daar tenminste niet wakker van.’