De diagnose alzheimer wordt zelden onmiddellijk gemaakt. Plots dingen vergeten kan immers ook een symptoom zijn van een andere ziekte. Of een gevolg van ouder worden. Wil je zeker zijn dat er niets aan de hand is, of vermoed je een opkomende vorm van dementie? Maak dan een afspraak met je huisarts.
onderzoek door de huisarts
Je arts onderzoekt of de klachten en symptomen eerste voorbodes zijn van alzheimer. De arts begint met je een aantal eenvoudige en persoonlijke vragen te stellen. Hiermee krijgt hij al een eerste indruk van je hersenactiviteit. Je ondergaat ook een urine- en bloedonderzoek. Deze onderzoeken zijn er in de eerste plaats om na te gaan of er geen andere oorzaken zijn voor je klachten. Zoals bijvoorbeeld verkeerd gebruik van medicijnen, een vitaminetekort of hormoonstoornissen.
Vermoedt de arts na deze onderzoeken en tests dat je (een beginnende vorm van) alzheimer hebt? Dan zal hij je waarschijnlijk nog een ‘mini-mental state examination’-test afnemen. De score die je op deze MMSE-vragenlijst behaalt is voor de arts een betrouwbare graadmeter om na te gaan hoe het met je geheugen, taalvermogen en concentratie is gesteld.
doorverwijzing naar een ziekenhuis
Bij een sterk vermoeden van alzheimer of een andere vorm van dementie verwijst de huisarts door naar een neuroloog. Die doet verder onderzoek om de diagnose van de ziekte van Alzheimer te bevestigen of uit te sluiten. Vaak horen hier ook een mri-scan en bloedonderzoek bij.
- Dementie en alzheimer zijn (nog) niet te genezen. Toch is het belangrijk om de juiste diagnose zo snel mogelijk te (laten) maken. Op die manier kan de omgeving van de patiënt sneller hulpmiddelen en extra zorg voorzien om het comfort van de persoon met alzheimer te behouden of te verhogen.
- Ook is het belangrijk dat de alzheimerpatiënt zo snel mogelijk de juiste medicatie krijgt. Dit om de symptomen af te remmen of om het comfortabeler te maken voor de patiënt.
Lees meer over hoe de ziekte van Alzheimer wordt vastgesteld.