onderwerp:
juist of fout? 10 veelgehoorde fabels over luizen
Er bestaan heel wat fabeltjes en mythes over luizen. Maar welke zijn waar? We zochten het voor je uit. Ontdek of onderstaande stellingen waar of onwaar zijn.
1. meisjes hebben vaker luizen dan jongens
WAAR: Dat komt omdat meisjes meestal langer haar hebben dan jongens. De hoofdluis hecht zich makkelijker vast aan die lange haren. Lees meer over luizen.
2. je kunt niet vermijden dat je luizen krijgt
WAAR: Het helpt niet om preventief iets op je hoofd te smeren. Geregeld controleren kan voorkomen dat de hoofdluis zich snel verspreidt.
3. luizen houden van een schoon hoofd
NIET WAAR: Je hoort het wel vaker: "Luizen nestelen zich enkel op een proper hoofd.". Dat klopt niet. Luizen voelen zich ook thuis op een ongewassen hoofd.
4. de luizen uitkammen is de beste methode om ze te verwijderen
WAAR: Door het uitkammen kun je het best zien of er nog een luis of neet is achtergebleven. Een antiluizenmiddel werkt alleen ter ondersteuning, want zelfs als er maar één luis achterblijft, heb je binnen de kortste tijd weer hetzelfde probleem. Lees hier hoe je luizen kan verwijderen. Lees meer over de behandeling van luizen.
5. heb je neten, dan heb je ook hoofdluis
NIET WAAR: Neten zijn het bewijs dat je luizen hebt gehad. Dode en lege neten blijven nog maanden zitten. De vondst van een levende luis is de enige aanleiding voor een luizenbehandeling.
6. je kan luizen doden door je beddengoed warm te wassen
WAAR: Luizen verspreiden zich vooral door direct hoofdcontact. Ze kunnen dan ook niet erg lang overleven indien ze niet op de behaarde hoofdhuid zitten. De luizen op je beddengoed zijn meestal ziek of verzwakt. Daardoor spelen deze luizen slechts een kleine rol bij de besmettelijkheid. Toch is het zinvol om bij een hardnekkige of steeds weerkerende luizeninfectie het beddengoed te wassen op 60° om zo het risico op besmetting te minimaliseren.
7. als je kind luizen heeft, moeten alle huisgenoten behandeld worden
NIET WAAR: Als je kind luizen heeft, controleer dan alle huisgenoten met de nat-kam-methode. Enkel huisgenoten met luizen moeten gelijktijdig behandeld worden. Gebruik nooit hoofdluismiddelen als er geen luizen werden vastgesteld. Hoofdluismiddelen helpen niet om besmetting met luizen te voorkomen.
8. je kan luizen krijgen van je hond of kat
NIET WAAR: Dieren kunnen wel luizen hebben, maar dat is een andere soort luis. Veel dieren hebben hun eigen luizensoort waarmee mensen niet besmet kunnen raken. Dat geldt ook andersom: je huisdier kan geen luizen van mensen over krijgen.
9. luizen houden niet van haarlak
WAAR: Bij jongens die gel of haarlak in het haar smeren, heeft ongeveer 3% wel eens last van luizen. Bij de jongens die dat niet doen, is dat 6 procent. Meisjes hebben wat meer last van luizen. Meisjesden die gel of haarlak gebruiken lopen 7 procent kans tegenover 12 procent voor de meisjes die niets in het haar doen.
10. luizen springen van het ene naar het andere hoofd
NIET WAAR: Ze kunnen alleen bij iemand anders komen door direct hoofdcontact. Lees meer over luizen.
vragen over luizen?
Kom eens langs bij de Goed apotheek in je buurt. Onze apotheker helpt je met plezier verder met advies en de juiste producten.