1. kies voor een vezelrijk en gevarieerd dieet
Vezels zijn cruciaal voor een gezonde spijsvertering en een goede stoelgang. Ze stimuleren niet alleen de darmen maar werken ook als een soort spons die vocht aantrekt, waardoor je meer, zachtere en soepelere ontlasting krijgt. Wanneer je extra vezels in je menu opneemt, kan je in het begin wel wat last krijgen van winderigheid of een opgeblazen gevoel, maar dat verdwijnt weer naarmate je darmen zich aanpassen aan het nieuwe voedingspatroon. Lees meer over vezelrijke voeding.
2. vermijd uitstelgedrag
Als je de aandrang voelt om naar het toilet te gaan ... doe dat dan vooral, ook als je het op dat moment erg druk hebt. Een prikkel die je niet beantwoordt, verdwijnt na een tijdje. Als je de prikkels nooit beantwoordt, voel je ze na verloop van tijd ook niet meer. Daardoor blijft de stoelgang langer in de dikke darm en wordt hij hard en droog. Ga dus zo snel mogelijk naar het toilet als je lichaam er om vraagt en neem er even rustig de tijd voor.
3. drink voldoende
Vezels hebben vocht nodig om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Drink daarom elke dag minstens 1,5 tot 2 liter. Begin de dag eventueel met een glas (lauw) water of een kop thee.
4. zorg voor genoeg lichaamsbeweging
Het klinkt misschien vreemd maar bewegen beïnvloedt onze darmwerking. Als je vaak stil zit, komen ook je darmen minder in beweging waardoor ze kunnen verstoppen. Beweeg daarom elke dag minstens een half uur om de darmbewegingen te stimuleren.
5. let op je medicatiegebruik
Van bepaalde medicijnen weten we dat ze de darmwerking in negatieve zin kunnen beïnvloeden. Bekende voorbeelden zijn ijzerpreparaten, pijnstillers (opioïden), maagzuurremmers, sommige antidepressiva en middelen tegen de ziekte van Parkinson. Maar ook bepaalde laxeermiddelen die bedoeld zijn om constipatie te verhelpen, kunnen bij langdurig gebruik de darm zo afhankelijk maken dat hij niet meer zonder functioneert.
6. train je bekkenbodemspieren
Aan de onderkant van het bekken – tussen het schaambeen en het stuitbeen – ligt een spiergroep die er o.a. voor zorgt we ontlasting en urine zowel kunnen ophouden als afgeven. Als je die bekkenbodemspieren verkeerd of op het verkeerde moment aanspant, of te hard perst wanneer je naar het toilet gaat, kunnen er problemen met de ontlasting ontstaan. Een bekkenbodemfysiotherapeut kan je leren hoe je ze correct gebruikt, want veel mensen weten niet dat je die spieren ook bewust en actief kunt hanteren. Met enkele eenvoudige oefeningen kan je je bekkenbodemspieren trainen.
Lees ook onze blog over wat je stoelgang je kan vertellen over je gezondheid.