onderwerp:
'Ik mis de geur van de zee' - prof. dr. Sofie Claeys
‘Mijn reukzin liep schade op door COVID-19, ik werd wakker in een andere wereld,’ vertelt prof. dr. Sofie Claeys (57), kliniekhoofd Keel-Neus-Oor bij UZ Gent. ‘Koffie smaakte naar niets. Aan zee leek het alsof ik er niet écht was, maar naar een film keek met het geluid en het beeld van het strand.’
Vraag aan jongeren wat ze het liefst kwijt zouden zijn, hun smartphone of hun reukzin: de helft kiest toch voor de reukzin. ‘Ik begrijp die jongeren wel’, zegt ze. ‘Onze neus lijkt niet zo belangrijk, zolang hij goed werkt.’
Je verloor grotendeels je reukzin door COVID-19. Hoe voelde dat?
‘Als een handicap. Ik was één van mijn zintuigen kwijt – en de wereld voelt sindsdien niet meer hetzelfde aan. Ik voel me vaak gedeconnecteerd. Ik mis het goede gevoel dat geuren geven, maar waar we nauwelijks bij stilstaan in het dagelijks leven. De geur van koffie in de morgen, van de stad als je door een straat loopt. Vakantie aan zee voelde alsof ik er niet écht was, want ik rook de zee niet meer. Heel bevreemdend is dat. Ik mis nog steeds dat gevoel van directe verbinding met de natuur of met een plek die een geur ons onbewust schenkt.’
Kan schade aan de reukzin niet genezen worden?
‘Helaas staan we daar niet ver in: voor oren zijn er hoorapparaten en cochleaire implantaten, voor je ogen brillen, lenzen en allerhande operaties. Bij reukverlies zijn er niet veel opties. Ik heb gedaan wat ik anderen al jaren aanraadde: reuktraining volgen.’
Hoe werkt dat, reuktraining?
‘Ik rook elke dag aan flesjes met basisgeuren zoals kruidnagel, citrus, eucalyptus … Zo leren mijn hersenen opnieuw om de informatie die ze doorkrijgen van mijn nog werkende cellen correct te associëren met wat ik eet of drink. Om terug aan eten en drinken wat plezier te beleven, dien ik ook wel goed te kunnen zien wat in mijn bord ligt: iets snacken voor tv of een diner bij kaarslicht, dat smaakt niet meer, want dan zie ik niet goed wat ik eet.’
Zijn er dingen die je niet meer zo lekker vindt?
‘Alles smaakt anders. Aardbeien vind ik minder lekker wegens té zoet. Ik ervaar alleen nog een overheersend zoete smaak in mijn mond. De fruitgeur met zijn zure
en frisse aroma’s, die je ruikt als je aardbeien eet, is weg. Vlees smaakt nu vet en rokerig in mijn mond, zonder die heerlijk rijke bakaroma’s in mijn neus.Het went met de tijd wel een beetje en door de reuktraining lukt het op den duur beter om aroma’s waar te nemen. Maar als ik kook en daarna meteen aan tafel ga, ruik ik niks meer. Mijn reukzin is al verzadigd geraakt tijdens het koken. Als ik even vijf minuutjes iets anders doe en daarna het eten laten serveren door mijn familie, helpt dat om beter de geur van wat ik eet te kunnen waarnemen en smakelijker te kunnen eten.’
‘We staan te weinig stil bij hoe belangrijk geuren zijn in ons dagelijks leven’
Waarom proeven we niet goed zonder onze neus?
‘Er zijn vijf basissmaken die we dankzij de smaakpapillen op onze tong en ons gehemelte kunnen waarnemen: zoet, zuur, bitter, zout en umami voor hartige smaken zoals in Parmezaanse kaas. Maar het mozaïek van cellen in onze neus kan duizenden verschillende geurnoten waarnemen. Vaak bevat een geur één dominante geurnoot gemixt met andere aroma’s. Zo weet je: dat is vers brood, dat is een koffiekoek. Ik heb nog een klein aantal goed functionerende cellen over, maar de info die mijn hersenen hiervan doorkrijgen is incompleter en anders dan vroeger. Daardoor ruikt vers gemaaid gras vooral naar chloor voor mij.’
Is niet goed kunnen ruiken niet gevaarlijk? Je ruikt bijvoorbeeld niet als het brandt.
‘Gelukkig zijn daar rookalarmen voor in de meeste gebouwen. Maar bij het koken mis je wel alle info die de geur uit de pan je geeft. En dan laat je wel makkelijker iets aanbranden als je niet oplet. Wat nog gevaarlijker is, is niet meer ruiken of eten bedorven is of niet. Zo heb ik eens zure melk bij mijn koffie gedaan op mijn werk in het UZ Gent, even later had ik diarree. Ik had niet geroken dat de melk al veel te lang in de koelkast van onze dienst stond. Maar omgekeerd geldt ook dat ik van sterke vieze geuren niet veel last heb, zoals kots- of urinegeuren in een steegje na de Gentse Feesten. Ik neem wel iets vaag onfris waar, maar dat is het dan ook.’
Tot slot: welke geuren maken ons het gelukkigst?
‘Universele geuren die je tot rust brengen of gelukkig maken bestaan niet. De ene houdt van rozen, de ander van lavendel. Als een geur ons een ontspannen gevoel geeft, is dat niet zozeer door een chemisch geurstofje op zich, maar omwille van de herinnering die de geur in ons emotionele geheugen oproept. Iedereen heeft zo van die geuren die een goed gevoel geven, van vers gemaaid gras tot lavendelvelden. Ik hou van de geur van de zee en mis die ook erg, omdat die een vakantiegevoel bij mij oproept.’