genetisch bepaald
Je tandkleur is grotendeels genetisch bepaald, dus het kan ‘in de familie zitten’. Ook ruwe of scheve tanden zijn vaker slachtoffer van verkleuring.
de buitenkant van de tand
Het tandglazuur durft snel te verkleuren, al is dit vaak oppervlakkig van aard. Grote boosdoeners zijn tabak, koffie, thee, rode wijn en frisdranken. Ook lippenstift en tandsteen kunnen een oorzaak van verkleuring zijn.
de binnenkant van de tand
Onder de glazuurlaag zit het tandbeen. Dit bepaalt de tint van je tanden. Sommige stoffen dringen door het glazuur tot in dit tandbeen, waardoor je de kleur niet kan wegpoetsen.
ontwikkelingsstoornis
Tijdens de vorming van je tanden kan de basis van een verkleuring worden gelegd. Een typisch voorbeeld is fluorose bij kinderen, dat witte vlekjes of bruine vlekken kan veroorzaken.
geneesmiddelen
Sommige medicijnen zoals bepaalde antibiotica kunnen je tanden verkleuren. Ook in dit geval ontstaat de verkleuring meestal tijdens de ontwikkeling van de tanden.
tandbederf of ongeval
Het levende deel van een tand is de pulpa. Dit deel kan geïnfecteerd raken bij een beschadiging van de tand. Wanneer dit weefsel afsterft kunnen er blauwe of geel-grijze verkleuringen ontstaan. Ook een wortelkanaalbehandeling kan een verkleuring veroorzaken.
veroudering
Bij het verouderen verdunt de glazuurlaag geleidelijk, waardoor de aangetaste tanden kunnen verkleuren.