onderwerp:
Charlotte getuigt: verslaafd aan slaapmiddelen
Raak je niet in slaap? Neem dan een pilletje. Het klinkt aantrekkelijk, maar het kan je problemen enkel groter maken. Vraag dat maar aan Charlotte, die er jaren mee in de knoop lag. Ook onderzoekster Kristien Coteur treedt haar bij. ‘Gebruik slaapmedicatie zo weinig mogelijk en altijd in de laagst mogelijk dosis. Maximum één week is de richtlijn.’
In 2019 kon je op Canvas kijken naar ‘De Slapelozen’, een vierdelige serie over een probleem waar velen van wakker liggen: slecht slapen. Onder meer filmregisseur Erik Van Looy, schrijfster Lize Spit, journalist Chris Van den Abeele en tv-maker Wim Lybaert getuigden er over hun chronische slapeloosheid en hoe ze die proberen aan te pakken. En al te vaak was het antwoord medicatie. Of zoals Wim Lybaert het zei: ‘Ik weet dat slaapmedicatie niet gezond is, maar het is een pil nemen of niet slapen.’
Veel Vlamingen volgen dezelfde redenering. In 2018 wees een gezondheidsenquête uit dat 12% van de bevraagde mensen in de voorafgaande twee weken slaap- of kalmeringsmiddelen had genomen. Ons land is op dat vlak al vele jaren wereldwijd een van de slechtste leerlingen van de klas. ‘Er is een overconsumptie van slaapmedicatie in België’, bevestigt Kristien Coteur, onderzoeker aan het Academisch Centrum voor Huisartsengeneeskunde van KU Leuven. Zij werkt mee aan een project dat het probleem in kaart wil brengen en beter maken. ‘Alle richtlijnen zeggen dat we slapeloosheid in eerste instantie beter niet met medicijnen behandelen’, gaat ze verder. ‘Dus is het gek dat we zoveel slaapmiddelen gebruiken.’
Die overconsumptie heeft volgens specialisten te maken met twee factoren. Aan de ene kant leven we in een maatschappij waar we voortdurend onder druk staan om te presteren. Ziektes en aandoeningen hebben daar geen plaats in. ‘We willen voor onze problemen een snelle en goedkope oplossing,’ legt Kristien uit, ‘ook voor slaapproblemen.’ Bovendien is ons denkbeeld over slaapmedicatie fout. We weigeren de risico’s onder ogen te zien en schrijven het af als iets onschuldigs. ‘We geven die medicijnen ook aan elkaar door’, merkt Kristien op. ‘Een vriend of familielid heeft stress of slaapt slecht? Ah, dan moeten ze dit pilletje eens proberen. Een deel van de verantwoordelijkheid voor het probleem ligt dus ook bij de patiënt zelf.’
Je mag slaapmedicatie hoogstens één week nemen.
zombie
Stress is een van de belangrijkste redenen waarom mensen slaapproblemen ontwikkelen. Er speelt iets in hun leven waardoor ze hun mentale weerbaarheid verliezen, en omdat ze niet genoeg slaap krijgen, functioneren ze overdag niet meer naar behoren. Ze raken sneller geïrriteerd, kunnen zich niet concentreren en voelen dat hun werk eronder lijdt. Slaapmedicatie biedt dan een aanlokkelijke oplossing. Charlotte – die graag anoniem wenst te blijven – kan erover meespreken. Ze was altijd een goeie slaper, zegt ze. Overal waar ze haar hoofd neerlegde, dommelde ze vlot in. Zelfs met kleine kinderen en een drukke job. Haar leven was in balans.
Maar dat veranderde drastisch toen haar partner iemand anders leerde kennen en na 25 jaar hun relatie beëindigde. ‘De grond zakte weg onder mijn voeten’, vertelt Charlotte. ‘Het was emotioneel zeer zwaar. Ik vocht voor mijn gezin. En ’s nachts bleven die gedachten me gijzelen. Ik sliep maar enkele uren, binnen de kortste keren voelde ik me overdag een zombie.’Aan haar job kon ze zich nog optrekken. Zich daarop focussen hield haar overeind, al kostte dat veel moeite en energie. Alhoewel ze ’s avonds compleet uitgeput was, kon ze de slaap niet vatten. En ook al voelde haar werkgever met haar mee, na zes maanden liet die verstaan dat haar werk niet mocht lijden onder haar persoonlijke problemen. Terwijl ze nog volop in de rouwfase zat. ‘De eerste keer dat ik naar de dokter ben geweest, schreef die lichte medicatie voor op basis van melatonine’, zegt Charlotte. ‘Ik voelde echter al snel dat die niet werkte. Ook de alternatieven die hij aanraadde om mijn gedachten onder controle te krijgen, zoals mindfulness en gesprekstherapie, hielpen niet genoeg. Toen ik enkele maanden later opnieuw naar de dokter ging, stelde hij vast dat ik dringend nood had aan slaap, anders zou ik er compleet onderdoor gaan. Met zwaardere middelen, benzo’s zoals Xanax, sliep ik wel, maar het was een artificiële slaap waar ik niet echt van herstelde.’
stapgewijs afbouwen
Dat bevestigt ook Kristien. Slaapmedicatie zorgt ervoor dat je niet meer bij bewustzijn bent, maar de middelen verslechteren de kwaliteit van je slaap. ’s Ochtends blijven ze daardoor in je hoofd hangen, wat het risico op valpartijen en andere ongevallen vergroot. En het kwalijkste gevolg: binnen de kortste keren heb je ze nodig en wil je niet meer stoppen. ‘Je mag slaapmedicatie één of een paar nachten nemen, om er bovenop te komen, maar hoogstens 1 week’, zegt Kristien. ‘Na twee weken hang je eraan vast.’ En er weer vanaf raken, is niet gemakkelijk. ‘Hoelang dat duurt, hangt sterk af van de persoon en hoe gedreven die is. Ook de aanpak maakt een groot verschil. We raden aan om heel langzaam en stapsgewijs af te bouwen, altijd op maat van de patiënt. Je moet ingrijpen zodra de patiënt ontwenningsverschijnselen krijgt, de slaapmoeilijkheden terugkeren of weer begint te piekeren.’
Gelukkig bestaat er een heel netwerk van beroepsgroepen die soelaas kunnen bieden. De huisarts is je eerste aanspreekpunt, ook voor het verminderen van je medicatie. Onder meer ook psychologen en psychiaters je helpen om je slaapproblemen aan te pakken. Een thuisverpleegkundige kan hierbij ook ondersteunen. Kinesisten kunnen via ontspannings- en ademhalingsoefeningen werken rond slapeloosheid. Er bestaan ook specifieke slaaptherapeuten- en coaches. En tot slot kan je ook een doorverwijzing naar de slaapkliniek vragen.
hulp
Bij Charlotte zou het vier jaar duren voor ze haar verslaving van zich af kon schudden. Jarenlang putte ze haar nachtrust uit pillen, tot ze besefte dat het zo niet verder kon. ‘Ik kon gewoon niet meer slapen zonder die medicatie’, geeft ze toe. ‘Ik wist dat ik er vanaf moest zien te raken. Dat werd een ongelooflijke strijd.’ Een cruciale stap was een bezoekje aan een psychiater die gespecialiseerd was in slaapproblematiek. Een slaaptest wees uit dat bij Charlotte de REM-fase – de droomfase, waarin de hersenen zeer actief zijn – veel te lang was in vergelijking met haar diepe slaap. ‘Het toonde dat ik te veel bezig was met dingen verwerken’, legt ze uit. ‘Bovendien is het een teken van depressie. Ik kreeg ook antidepressiva voorgeschreven. Die hielpen wel om me beter te doen voelen, maar losten mijn slaapprobleem niet op. Ik ben er snel weer mee gestopt.’ De specialist raadde haar aan om drie maanden lang een online slaapprogramma te volgen, elke dag een halfuurtje. Dat zou haar helpen om haar slaapgewoontes te verbeteren en het probleem grondig aan te pakken. Ze moest ook een slaapdagboek bijhouden. Daarnaast kreeg ze tips voor een betere slaaphygiëne en om haar tollende gedachten onder controle te krijgen. ‘Het lastigste was dat ik mijn slaapuren moest bundelen’, weet ze nog. ‘Veel mensen denken dat ze sowieso op een bepaald uur naar bed moeten, ook al liggen ze uren wakker en slapen ze nu en dan. Het is beter om langer op te blijven, dan is de kans groter dat je als je slaapt, je dat in één ruk zult doen. En dat is beter. Het was zeker niet gemakkelijk, maar het heeft me geholpen.’
Je staat beter elke dag op hetzelfde uur op, maar gaat ’s avonds pas naar bed als je voelt dat je voldoende moe bent.
controle
Kristien is het daar volledig mee eens. ‘Je staat beter elke dag op hetzelfde uur op, maar gaat ’s avonds pas naar bed als je voelt dat je voldoende moe bent. Daarnaast is het belangrijk dat als je dan toch niet in slaap valt, je weer opstaat.’ Stimuluscontrole noemen ze dat. ‘Als je meer dan 20 minuten wakker ligt, is het beter om weer op te staan en iets te doen waarbij je niet te veel moet nadenken en wat je niet heel actief maakt. Een was doen, een boek lezen, wat strijken, afwassen, dat soort dingen. Niet naar een film kijken of op sociale media gaan, want dat kan je gedachten weer in gang zetten en dingen triggeren. Je houdt je bezig tot je voelt dat je moe wordt. Gaat weer naar bed en je geeft jezelf opnieuw 20 minuten om rustig in slaap te vallen. Lukt het nog niet? Dan sta je weer op en doe je de hele routine opnieuw.’
nachten heroveren
Het uiteindelijke doel is dat je lichaam en geest opnieuw traint om te slapen. Voor sommigen gebeurt dat op enkele dagen, anderen hebben weken tot maanden nodig. Volhouden is de boodschap. Je krijgt dan weer het gevoel dat jij de baas bent over je slaap. Slaapmiddelen zijn dus geen goed idee, want die vormen een externe behandeling voor een intern probleem. ‘Wat telt, is dat de patiënt bij zichzelf de kracht vindt om de slapeloosheid op te lossen’, benadrukt Kristien. ‘Of zoals een arts met wie ik gesproken heb het zo mooi verwoordt: de patiënten moeten hun nachten weer veroveren. Ze moeten bekijken wat ze overdag doen en hoe ze zich voorbereiden om te gaan slapen. Zo krijgen ze weer grip op hun slaap. We willen hen aanmoedigen om zelf de touwtjes in handen te nemen.’ Charlotte is vandaag zo goed als van haar slaapmedicatie af. Ze geeft toe dat ze heel uitzonderlijk nog eens een kleine dosis neemt. ‘Het gaat veel beter met mij’, zegt ze. ‘Ik heb met opzet een job met minder stress gekozen en ik heb al een paar jaar een nieuwe partner. Mijn gemoedsrust is teruggekeerd. Maar het gebeurt nog dat ik na een heel drukke dag in bed lig en voel dat het niet goed komt. Dan durf ik nog een pilletje te nemen. Die liggen op mijn nachtkastje, gewoon voor de zekerheid. Het blijft mijn zwakke plek.’
ook slapeloos?
Merk je dat je moeilijk de slaap kan vatten? Praat er over met je huisarts. Die zal je ongetwijfeld op het juiste pad zetten, want alles begint bij de juiste begeleiding.