Bij de ziekte van Lyme is er altijd een teek in het spel. Je kan deze ziekte niet rechtstreeks van mens op mens doorgeven. Slechts een klein aantal getroffen personen ontwikkelen de ziekte van Lyme na een tekenbeet. Volgens Gezondheid en wetenschap veroorzaakt ongeveer 1 op de 50 tekenbeten de ziekte van Lyme.
Het eerste symptoom is vaak een rode tot roodblauwe verdikking van de huid met een diameter van 5 tot 6 cm. Soms wordt de huid vanuit het midden terug bleker en zie je een ringvormige rode vlek. Dit symptoom kan tot 3 maanden na de beet optreden.
De ziekte van Lyme kent verschillende stadia, maar je krijgt ze niet noodzakelijk allemaal. In het eerste stadium kun je bepaalde griepsymptomen ontwikkelen zoals hoofdpijn, keelpijn, vermoeidheid of lichte koorts. In een tweede stadium kan je pijn krijgen in je armen of benen of kunnen gedeeltelijke gezichtsverlamming, dubbel zicht of hartritmestoornissen optreden. Nog later – soms jaren later – kan je last krijgen van pijn en zwelling in je gewrichten of van huidletsels op je armen en/of benen.
Hoe langer een besmette teek aanwezig is geweest op het lichaam, hoe groter de kans op een infectie. Vermoed je dat je besmet bent? Ga zeker langs bij je huisarts. Het is belangrijk om de ziekte van Lyme tijdig op te sporen. De meeste symptomen zijn omkeerbaar als je ze laat behandelen. Enkel de gewrichtsklachten kunnen blijvend zijn, ook na behandeling. Hoe langer je wacht om je te laten behandelen, hoe langer het herstel duurt.