onderwerp:
‘Het mooiste moment in mijn leven? Afscheid nemen van opa’
Straks vertrekt Thalia op reis naar Bolivia. ‘Iets wat ik al lang wou doen … Maar als iemand die je graag ziet ongeneeslijk ziek is, dan durf je geen verre reis plannen. Zorgen voor een zieke maakt dat je je eigen geluk vaak uitstelt’, weet Thalia Wouters (28) van ZoJong!, die jarenlang voor haar oma met dementie en opa met kanker zorgde.
‘Opa, ik ben gelukkig met mijn leven. Je mag gaan, ik laat je gaan …’ Tijdens de laatste dagen van haar opa had Thalia een intens mooi gesprek met hem. ‘Een afscheidsgesprek. Alles wat we nog wilden uitspreken tegen elkaar, alle liefde, alle mooie momenten die we gedeeld hebben. We hebben het allemaal gezegd, mekaar vastgehouden terwijl we elkaar aan het loslaten waren. Want dat is afscheid nemen.’
‘Ja, we hadden tranen in onze ogen. Niet alleen van verdriet, maar ook van geluk omdat het goed was zo. Na ons gesprek wou hij rusten. Ik heb zijn hand vastgehouden, zodat we samen even konden indutten. Naast elkaar, net zoals ik klein was, en we samen dutjes deden in de zetel.’
dansen met opa
‘Wat een geluk dat ik een opa als hij heb gekend. Hij was een tweede vader voor mij. Hij volgde wat ik deed, waar ik mee bezig was. ‘Hoe was het op de dansles vorige week? Zeg, die trui die je aanhebt, had je die niet op reis gekocht?’Ik voelde me gezien en gehoord bij hem. Ik kon altijd bij hem op verhaal komen. En hij hield van dansen. Die liefde heeft hij ook aan mij doorgegeven. Als ik straks in Bolivia aan het dansen ben, dan zal hij nog een beetje met me meedansen, ook al is hij er niet meer.
'Geluk gaat voor mij niet om me altijd goed voelen. Het is mogen zijn wie je bent, mogen doen wat je graag doet.'
schuldgevoel
‘Ook al gaat het verdriet om mijn opa heel diep, ik ben vandaag gelukkig en kan genieten van wat me blij maakt. Van de zon die op mijn gezicht schijnt tot gaan
dansen met mijn vriend. In de periode dat ik afscheid moest nemen van oma, was dat veel moeilijker. Dan had ik vlugger last van schuldgevoel als ik een dagje uit plande met een vriendin. Terwijl veel andere ouderen, die samen met oma in het rusthuis zaten, net vonden dat ze geluk had dat haar kleinkinderen zo vaak op bezoek kwamen.’
Achteraf gezien weet Thalia best dat ze zich niets hoeft te verwijten.‘Ik heb er toen alles uitgehaald met oma. We hebben ondanks haar lange, slepende ziekte, ook vele mooie momenten samen beleefd. Ook al wist ze door haar dementie soms niet meer dat ik haar kleindochter was. Maar ze wist wel dat ik iemand was die ze kon vertrouwen. Ze was op haar gemak bij mij. Samen dansen door haar kamer, elkaars hand vasthouden ... Ze is in mijn armen gestorven.’
praten tegen lieveheersbeestjes
Thalia was pas twaalf toen haar oma dementie bleek te hebben. ‘Mijn oudere halfzus, die ook Spaans bloed in haar aderen heeft, noemde oma altijd ‘Jeja’, wat ‘lief, klein omaatje’ betekent in het Spaans. Dus noemde ik haar ook Jeja: ze was ook echt de liefste oma van de hele wereld. Op woensdag kwam ze mijn zus en mij na school altijd halen om met ons in de tuin te werken. Ze leerde ons oog hebben voor al die kleine gelukjes die de natuur te bieden heeft: de geur van een bloem, de kleuren van een vlinder, het glanzend pantser van een kevertje … Ze stopte soms midden op het trottoir als ze een lieveheersbeestje zag, pakte het op haar hand en praatte er sussend tegen tot ze een struik of boom had gevonden waar ze het veilig kon achterlaten.’
helpende hand
Zo goed als ze voor elk klein diertje zorgde, zorgde Jeja ook voor haar kleindochters. ‘We merkten dat er iets mis was toen ze ook op donderdag opeens aan de schoolpoort stond. Of ons een centje wou geven voor onze verjaardag, terwijl het die niet was. We logeerden altijd graag en vaak bij oma, maar nu begonnen wij voor haar te zorgen omdat ze na de scheiding alleen woonde. Ik hielp haar opletten dat ze het vuur niet liet aanstaan. Dat er geen vervallen producten in haar koelkast stonden waar ze van kon eten. En dat ze haar medicatie nam. Soms raakte ze helemaal in paniek als er geluid bij de buren te horen was. Ze wist niet meer waar dat vandaan kwam of wie de buren waren.’
‘Mijn droom is om jongeren die het niet makkelijk hebben, hun emoties te helpen uiten via tekenen, dansen en zingen.’
(mantel)zorgen
Naast de praktische zorgen die Thalia met haar zus, mama en opa deelde, maakte ze zich ook veel zorgen om oma. ‘Van mijn twaalfde tot mijn vijfentwintigste was ik een jonge mantelzorger. Nam oma haar gsm niet op als ik belde? Dan was ik bang dat ze die misschien kwijt was, of dat ze gevallen was … Ik stond er als kind niet bij stil dat die zorgen soms zwaar op mij drukten. Ik vond het maar normaal dat je voor je familie zorgt.’
‘Dat weegt wel eens op je eigen geluk. Ik heb na mijn studie psychologie ook een opleiding creatieve therapie gevolgd. Mijn droom is om jongeren die het niet makkelijk hebben, hun emoties te helpen uiten via tekenen, dansen, zingen … Ik zit ook in de raad van bestuur van vzw ZoJong!, waar jonge mantelzorgers een gratis onlinetraject kunnen volgen dat hen zich minder alleen helpt voelen. Geluk gaat voor mij niet om me altijd goed voelen. Het gaat om allés mogen voelen. Om naast je verdriet ook plezier te mogen maken. Geluk is mogen zijn wie je bent en mogen doen wat je graag doet.