heb je kans op een trombose bij het nemen van een anticonceptiepil?

De pil is een populaire keuze om zwangerschap te voorkomen. Je hebt de keuze uit de minipil en de gewone pil of combinatiepil. De minipil bevat een progestageenhormoon dat ervoor zorgt dat je niet zwanger wordt. De gewone pil bevat naast een progestageen ook een oestrogeenhormoon dat onder andere zorgt voor een een regelmatige cyclus. Vandaar de naam combinatiepil.

Maar wat is dan precies het verband met een trombose? Oestrogeen heeft een invloed op de bloedstolling in je lichaam. Dat vergroot de kans op een bloedklonter in je bloedvaten, ook bekend als een trombose. Die bloedklonters kunnen losraken en in je longen terechtkomen. Dit heet een longembolie en kan levensgevaarlijk zijn. Daarom is de combinatiepil in bepaalde gevallen niet geschikt:

• als je rookt
• als je ouder bent dan 35 jaar
• als je overgewicht hebt
• als jij of iemand in je familie een trombose of longembolie heeft gehad
• als je een hoge bloeddruk hebt.

Het risico op een trombose verhoogt gemiddeld met vier keer als je de combinatiepil neemt. Dit hangt echter volledig af van de soort combinatiepil die je gebruikt en de hormonen die de pil bevat. Volgens onderzoek ligt het risico op een trombose bij vrouwen die een combinatiepil nemen op 0,5% tot 0,12%. De kans dat je een bloedklonter ontwikkelt bij het nemen van de pil is dus gering. Dit risico neemt wel toe met de leeftijd en ligt ook hoger als je rookt of een hoge bloeddruk hebt. Daarom is het belangrijk rekening te houden met individuele risicofactoren bij de beslissing om de pil al dan niet te nemen.

Er bestaan twee soorten combinatiepillen met de laagste kans op trombose: pillen met de werkzame stof ethinylestradiol en levonorgestrel of ethinylestradiol en norgestimaat. Dit zijn tweedegeneratiepillen die door het lagere risico doorgaans het meest worden voorgeschreven. Pillen van de derde en vierde generatie zijn doorgaans minder veilig op het vlak van bloedklonters.

Naast de pil heb je andere anticonceptiemiddelen die helpen een zwangerschap te voorkomen en in sommige gevallen ook je cyclus te regelen. Daarvoor heb je de keuze uit anticonceptie die één hormoon of twee hormonen bevat. De anticonceptiemiddelen met twee hormonen hebben een iets hoger risico op bloedklonters. Toch blijft de kans op vorming van een trombose klein. Gebruik je liever anticonceptie zonder hormonen? Dan kan je kiezen voor een koperspiraal, pessarium, condoom of sterilisatie. Er bestaan ook ‘natuurlijke’ methodes om de kans op zwangerschap te verkleinen.

Anticonceptie met één hormoon:

• minipil
• anticonceptiestaafje of implantaat
• hormoonspiraal
• prikpil

Anticonceptie met twee hormonen:

• combinatiepil
• vaginale ring
• anticonceptiepleister