behandelingen bij een trombose

Antistollingsmedicijnen laten je bloed minder snel stollen. De medicatie is verkrijgbaar in tabletvorm of injecties.

• Heparine is een antistollingsmiddel. Het wordt voorgeschreven om een acute trombose te behandelen en een longembolie te voorkomen. Een arts schrijft heparine bijvoorbeeld voor na een operatie. Je krijgt heparine via een infuus of onder de huid ingespoten. Het medicijn werkt direct antistollend. De werking is kortdurend. Na ongeveer 4 tot 12 uur is de heparine uit je lichaam verdwenen. Een mogelijk bijverschijnsel zijn bulten onder de huid op de plaats waar je de inspuiting kreeg. Meld het aan je arts als dit het geval is.
• Coumarines zijn vitamine K-remmers die worden gebruikt om potentieel gevaarlijke bloedstolsels te voorkomen en te behandelen. De medicijnen zijn enkel op voorschrift verkrijgbaar. Ze vertragen de snelheid waarmee je bloed stolt. Tijdens de behandeling is een regelmatige bloedtest nodig om te checken of je bloed te dik of te dun is. Is je bloed te dun, dan is er een hoger risico op een bloeding. Is je bloed te dik, dan is de kans op stolling groter. De dosering van coumarines wordt door de arts specifiek op elke patiënt afgestemd en houdt rekening met de resultaten van de bloedtest.
• Directe Orale Anticoagulantia (afgekort als DOAC) behoren tot de nieuwe generatie antistollingsmiddelen. DOAC’s stoppen de werking van een specifiek stollingseiwit. Ze worden vooral voorgeschreven om een trombose te voorkomen bij een knie- en heupoperatie, en om een beroerte en een systemische embolie te voorkomen bij boezemfibrilleren. Dit is een hartritmestoornis waarbij het bloed in je hart wat trager stroomt waardoor een bloedstolsel kan ontstaan.
• Daarnaast bestaan er bloedplaatjesremmers. Dit zijn milde antistollingsmiddelen die vaak langdurig worden gebruikt om de vorming van een trombose te voorkomen. Acetylsalicylzuur of Asaflow® is een bekend voorbeeld.

Bij een veneuze trombose zal de arts je waarschijnlijk een compressiekous of therapeutische elastische kous voorschrijven. Deze kousen helpen om het opgehoopte vocht in je arm of been – ook bekend als oedeem – af te voeren. Gemiddeld zal je de kous 6 maanden tot 1 jaar moeten dragen. Je arts kiest de drukklasse en de lengte van de kous. De drukklasse bepaalt de hoeveelheid druk die er op je arm of been moet staan om overtollig vocht te kunnen afvoeren. Ga met je voorschrift naar een erkend bandagist (orthopedisch technoloog in de bandagisterie) om je de compressiekous te laten aanmeten.

Je kan ook proactief steunkousen dragen. Hier heb je geen doktersvoorschrift voor nodig. Deze kousen draag je als je lang rechtstaat of neerzit, als je sport of als je lang in een voertuig zit, bijvoorbeeld als je op reis gaat. Ook hiervoor kan je bij Goed terecht. Je kan steunkousen ook rechtstreeks via onze webshop kopen.

Een trombose wordt altijd behandeld door een (gespecialiseerd) arts. Die bepaalt de juiste behandelmix. Hij gaat na welke antistollingsmedicijnen of bloedverdunners het meest zijn afgestemd op jouw persoonlijke situatie en bekijkt ook of compressiekousen nodig zijn. Alle maatregelen samen behandelen je trombose en verkleinen de kans op schadelijke gevolgen zoals een longembolie. Maak in het geval van een trombose of bloedklonters altijd zo snel mogelijk een afspraak met een arts.