onderwerp:
waarom nietsdoen goed voor je is
Sociale media en de daarmee samenhangende sociale verplichtingen slaan ons langs alle kanten om de oren. Het lijkt wel of niemand nog de tijd heeft om ergens bij stil te staan. Laat staan om niets te doen. Er rust precies een taboe op niksen. Terwijl het nochtans een prima remedie kan zijn tegen onze soms dolgedraaide wereld. En dat zelfs helemaal gratis … en voor niets.
Het is zondag, je partner is de hele namiddag het huis uit met de kinderen en jij hebt eindelijk tijd om bij te benen met die berg was, die ellenlange lijst doe-het-zelfklusjes of je e-mails. Vanaf het moment dat de deur achter je kroost dichtslaat, zakt de moed je in de schoenen en plof je in de zetel om een momentje uit te rusten voor je erin vliegt. Even vijf minuutjes de televisie aan, dat kan toch geen kwaad? Vier uur later staat je bende huisgenoten weer in de woonkamer … en lig jij nog steeds naar je favoriete Netflix-serie te kijken. Ja hoor, daar heb je ’t, een supergroot schuldgevoel. Een namiddag kostbare tijd verspeeld aan luilekker, languit niksen. Je moest je schamen. Of toch niet?
'Af en toe niksen kan je leef-werkbalans beter in evenwicht houden en je hoofd zelfs ruimte geven om gelukkiger te zijn'
ik doe niets, dus ik ben wel
Het feit dat je zowel ‘niksen’ als ‘niksdoen’ in elk woordenboek terugvindt, is op zich al een opluchting. Het zijn zelfs wérkwoorden, terwijl de essentie van niksen of niksdoen natuurlijk allesbehalve werken is. De Nederlandse Olga Mecking publiceerde er twee jaar geleden een artikel over in The New York Times. De respons daarop was zo overweldigend dat ze vorig jaar het boek Niksen - De Dutch Art of luieren uitbracht, waarin het concept langs alle kanten bekeken en (wetenschappelijk) bestudeerd wordt. ‘Druk bezig zijn is een soort statussymbool geworden’, schrijft ze. ‘Je geeft en krijgt de indruk belangrijk te zijn. Maar de tol die je op lange termijn betaalt, is groot: burn-out, angststoornissen en stressgerelateerde ziektes. Zelfs bij jonge mensen. Af en toe niksen kan hiervoor een uitweg betekenen. Het kan je leefwerkbalans beter in evenwicht houden en je hoofd zelfs ruimte geven om gelukkiger te zijn.’
niksen, een noodzaak
In haar artikel haalt Mecking het onderzoek van Sandi Mann aan, psycholoog aan de Britse University of Central Lancashire. Zij stipt aan dat dagdromen ons creatiever én productiever maakt. ‘Laat je gedachten maar wat ronddwalen, de goede ideeën komen dan vanzelf bovendrijven.’ Niksen blijkt dus verre van een overbodige luxe te zijn, maar eerder noodzakelijk om gezond en effi ciënt te functioneren. Je zal er misschien niet rechtstreeks voor beloond worden met een schouderklopje of bonus, maar op lange termijn brengt het absoluut op.
Alan Lightman, hoogleraar menswetenschappen aan het Massachussets Institute of Technology, begint zijn boek, In Praise of Wasting Time, met een sprekende reisanekdote. Hij vroeg een vrouw in een primitief Cambodjaans dorpje hoelang ze er nu precies over deed om elke dag met haar koopwaar naar de markt 15 km verderop te fi etsen. De vrouw reageerde heel verbaasd: ‘Euh, nooit over nagedacht eigenlijk.’ Het zegt veel over onze westerse wereld en cultuur, waarin alles afgemeten is in uren en zelfs seconden. ‘Geen tijd te verliezen’ is vaak ons credo. En vervolgens moet het zo snel gaan dat we onszelf voorbijlopen. Letterlijk: ‘Uit onderzoek blijkt dat de loopsnelheid van voetgangers in wereldstad Singapore met maar liefst 30% verhoogd is sinds midden jaren 90, zegt Lightman in zijn boek. ‘Ons drukke, haast mechanische leven vreet aan ons lichaam en onze geest.’
'Het feit dat je zowel ‘niksen’ als ‘niksdoen’ in het woordenboek terugvindt, is op zich al een opluchting'
de uitdaging van lummelen
Als je nikst, doe je niets. Of dat is toch de bedoeling. Maar het is niet makkelijk om in onze jachtige samenleving even de knop om te draaien en jezelf toe te laten om wat te lanterfanten. We voelen ons algauw schuldig en nutteloos en dus gaan we op zoek naar afleiding. Eigenlijk is televisiekijken, net zoals door je sociale media scrollen, technisch gezien zelfs niet niksen. Want je bent nog steeds met een mentale activiteit bezig. Tenzij je voor de 30ste keer naar het vierde seizoen van Friends kijkt natuurlijk. Dat kan redelijk ‘hersenloos’.
In een artikel in het Nederlandse Psychologie Magazine legt professor Sophie Schweizer, onderzoeker klinische neuropsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, uit waarom het zo lastig is om helemaal niks te doen.
Het omgekeerde patroon zit namelijk bij ons ingebakken. ‘In je brein worden als het ware bepaalde paadjes uitgesleten, terwijl de alternatieve paadjes overwoekerd raken. Het wordt dus steeds moeilijker om iets nieuws uit te proberen.’ Lees: het is een kwestie van oefenen en plannen. Toch waarschuwt Mecking in haar bestseller ook dat niksen niet als nieuwe wellnesstrend gepredikt mag worden. Zie het eerder als een kunst die je jezelf eigen kan maken: ‘Beschouw niksen niet als een vorm van lui zijn, maar als een belangrijke skill in je leven.’
onze niksen tips
plug uit – plan in
Een binnenkopper. Zet even alle schermpjes uit: televisie, computer, tablet, gameconsoles en zéker je mobiele telefoon. Deze toestellen bezorgen je de hele dag door prikkels, waardoor je hersenen nooit even ‘uit’ kunnen staan. Plan zo’n rustmoment(en) in tijdens je werkdag. Een halfuurtje zonder beeld, geluid en de trillingen en biepjes van meldingen laad je prima op om daarna weer geconcentreerder én gemotiveerder aan de slag te gaan.
oefen op niksen
Alle begin is moeilijk, dus gun jezelf tijd om aan niksen te wennen. Kies een plek in huis waar je dit kan doen en waar je bewust van tijd tot tijd gaat zitten of liggen. Een comfortabele plek bij het raam om naar buiten te staren bijvoorbeeld. Na een poosje, wanneer je de positieve eff ecten ervan voelt, zal het makkelijker gaan. Dan kan je jezelf proberen ‘uit te schakelen’ wanneer je ergens staat te wachten op een perron of in een rij, in plaats van meteen naar die smartphone te grijpen.
wandel op begane paden
Klinkt niet spannend en dat is ook de bedoeling. Door een wandeling te maken via een route die je goed kent, doe je ze zowat op automatische piloot. Precies: zonder erbij te moeten nadenken. Zo kan je je zintuigen volop de kans geven om dingen te zien, te ruiken en te horen terwijl je je toch volledig kan ontspannen. Wandel bij voorkeur in een bos, tientallen onderzoeken wezen namelijk uit dat het een uitgelezen plek is om te ‘ontprikkelen’.
ga traag
Verlaag je tempo bij bepaalde activiteiten uit je dagelijkse routine. Eet trager, neem je tijd om je ’s ochtends klaar te maken, geniet van een lang bad in plaats van een snelle douche. Dat vraagt allemaal meer tijd, maar als je die tijd bewust inplant, kun je die ook nemen. Tijdens die ‘trage activiteiten’ krijgen je hersenen en lichaam rust en kunnen je gedachten al eens heerlijk afdwalen.
zit, lig, slaap
Het is een klassieker en ook een waarheid als een koe die elke huisarts aan patiënten meegeeft: slaap is écht een fantastisch medicijn. Voldoende nachtrust is natuurlijk de basis, maar misschien werken kleine dutjes of zogenaamde powernaps overdag ook voor jou. Intenser niksen dan dat kun je haast niet doen. Gun je lichaam op tijd fysieke rust. En de mentale rust volgt vanzelf.
Begin bij je nachtrust
Heb je moeite met slapen? Lees hier meer over het belang van een goede nachtrust.